Vogelwerkgroep >
Roofvogels >
Broedresultaat 2011.
Seizoen 2011 Roofvogels in Tholen en Sint-Philipsland.
Na het jaar van de Bruine Kiekendief, nu weer een normaal jaar wat roofvogelonderzoek betreft. Niet dat het voor ons wat uitmaakt. Ons zijn Wim Beeke, Frans Bentschap Knook en ondergetekende. In dit verslag een weergave van onze belevenissen van het afgelopen seizoen. Daarnaast aangevuld met ervaringen van anderen, zoals op de nestkaarten opgenomen, of via de telefoon of email doorgegeven zaken. De hierna genoemde aantallen zijn de totalen van onze vogelwerkgroep. Altijd natuurlijk met de kanttekening voorzover door ons waargenomen. We kunnen niet alles zien, er moet ook nog gewerkt worden en het moet het natuurlijk wel een hobby blijven.
Buizerd.
De meeste bekende paren blijven ook in de winter in het gebied aanwezig. Wel komen er noordelijke Buizerds op het eiland overwinteren, soms aangevuld met een enkele Ruigpootbuizerd. Onze vaste klimmer Jeroen Castelijns is bereid om dit jaar in de eifase ook te komen klimmen. Dit gebeurd op 16 april. Voor Jeroen is geen boom te hoog of geen tak te smal. Hij beklimt een dertiental bomen. Resultaat is 6 maal een legsel met 3 eieren, 3 maal met 2, 1 maal met 1, eenmaal een leeg nest en eenmaal een mislukt nest met een kapotte eischaal. Al met al een heel goed resultaat.
Dat een ei leggen nog geen succesvol jong grootbrengen is, zien we een aantal weken later bij het ringen. Jeroen is weer van de partij en ook Adri Joosse is naar het Thoolse land gekomen. Er is maar 1 nest met drie jongen, bij onze voorzitter Henk Melchers. Twee andere nesten zijn er uitgewaaid, of scheefgezakt. Totaal worden er door Adri 13 jongen geringd. In totaal vliegen er 19 jongen uit. Tenminste
Het gemiddelde aantal jongen ligt met 1,58 per succesvol nest lager dan de 2,17 in 2010. Toch is met 19 uitgevlogen jongen in aantallen het tweede jaar na 2010.
Torenvalk.
Deze vogels worden door de vele geplaatste kasten een handje geholpen. Slechts tweemaal wordt er buiten een kast gebroed, eenmaal in een nis en eenmaal in een boom. De nis is al jaren succesvol in gebruik. De ruimte wordt steeds kleiner door opgehoopte poep en prooiresten. De vogels hebben liever een beetje rommel, is zeker warmer en het stinkt in ieder geval harder. Bij de nis aangekomen om te ringen zitten er vier jongen netjes te wachten. Achter de schuur vinden we nog een uitgevlogen jong. Hij is nog versuft van de sprong, hij laat zich zonder problemen pakken. Door Adri kunnen vijf jongen gemeten en gewogen worden.
Met totaal 68 uitgevlogen jongen, was het voor de Torenvalk geen slecht jaar. Beter dan 2010, met 60, 2009, met 43 en 2006 met 38 jongen. Als jaar bijna vergelijkbaar met 2004, 74, 2007 69 en 2008 63 jongen. Wel duidelijk minder dan het topjaar 2005 met 95 uitgevlogen jonge vogels. Het gemiddelde aantal jongen gemeten per succesvol nest is met 4,25 jongen hoog. Het lange gemiddelde hiervan is 3,68. Alleen het jaar 2004 en 2005 scoorden met 5,29 en 4,32 jongen per nest nog hoger.
Bruine Kiekendief.
Vrij vroeg in het seizoen komen de meeste vogels al weer terug van de trek. Vaak wordt dan direct begonnen met de nestbouw. Toch worden dan lang niet altijd daar dan direct al eieren in gelegd. Nooit werden er zoveel nestkaarten ingeleverd van de Bruine Kiekendief, dit jaar 27. Gelukkig waren er 19 nesten hiervan succesvol.
De Bruine Kiekendief heeft het moeilijk om geschikte broedplaatsen te vinden in onze veranderende omgeving. Een nest in een watergang met 6 eieren mislukt, omdat het water na hevige regenval met ca. 1 meter stijgt. Ook het vervolglegsel van 3 eieren mislukt.
Dit jaar werd voor het eerst vastgesteld dat er in Luzerne gebroed werd. Nu is dit voor broedende vogels een beetje vervelend gewas, het wordt drie keer per jaar gemaaid. De eerste keer al in mei. Van een agrariër kreeg ik door dat er morgen gemaaid zou worden. Daar sta je dan. Je hebt alleen nog maar een idee voor een locatie. Dit kan natuurlijk niet alleen. Gelukkig zijn Ad Polderman, Cock van Heukelen, Leonard Ketting, Adrie Duinhouwer en Wim Beeke van de partij om te komen zoeken. Mannen nogmaals bedankt! We vinden een nest met vijf eieren, een gepredeerd nest met drie eieren en twee nog lege nesten. Het nest met de eieren markeren we. Stichting Landschapsbeheer Zeeland wordt gevraagd om schrikdraad te leveren. Daar merken ze de bezuinigingen behoorlijk, maar met enige creativiteit lukt het toch. Jaap Poortvliet komt het brengen en samen met hem zetten we een perceel van 5 bij 5 vierkante meter af. Die dag wordt er ook gemaaid. Drie dagen later zie ik nog een prooioverdracht. Weer enkele dagen later vertelt iemand mij dat het nest leeg is gehaald. Door wie dat blijft een raadsel.
Naast de Luzerne, wordt er ook in de zomertarwe gebroed. Of dit uitwijkers zijn van de Luzerne is moeilijk vast te stellen. In een perceel vliegen er twee jongen uit en op een andere plaats nog 1 jong. Voorzover ik weet is er een keer eerder er op het eiland succesvoel gebroed in Tarwe. In verband met de aanhoudende regen kan er voorlopig geen tarwe gedorst worden. Daarom besluiten Ad en ik om dit nest niet met schrikdraad af te zetten. Of het aan de platgeregende tarwe ligt weet ik niet, maar de vogels gaan zeer vroeg aan de wandel. Platte tarwe heeft wel als voordeel dat het vanaf de kant beter te zien is, of er nog vogels zitten. Ze vliegen nog voor het dorsen uit.
Van de agrariërs krijgen we alle medewerking om te beschermen en markeren. Bedankt! En voor de Luzerne hopen we dat het volgend jaar op succes.
Met 52 uitgevlogen jongen is 2011 het succesvolste Bruine Kiekendief jaar tot nu toe. Het tweede jaar is 2007 met 31 jongen. Het gemiddelde van 2,89 is iets lager dan het gemiddelde van 3,01.
Sperwer.
Alleen Ad Polderman slaagt er in om jaarlijks Sperwers te vinden. Er vliegen uit een door hem gevonden nest twee jongen uit. Het Sperwer beeld is lang niet volledig. Op 5 plaatsen worden er wel Sperwers gezien, maar er worden geen nesten gevonden.
Boomvalk.
Ook een Boomvalk is erg moeilijk te vinden. Bovendien schijnt er veel minder luid dan vroeger gealarmeerd te worden. Dus wordt het nog lastiger. Er worden drie nesten gevonden en een Biotoop. Twee nesten zijn succesvol met allebei twee jongen.
Van de Ransuil worden twee nesten gevonden. UIt het ene nest vliegen drie en uit het andere twee jongen uit.
Aan het begin van het seizoen wordt een paar keer melding gemaakt van een Blauwe Kiekendief die met takken sleept. Waarschijnlijk zijn dit slaapnesten, want later in het seizoen worden ze niet meer waargenomen. Ook de door Ad waargenomen melanistische Grauwe Kiekendief, ja die bestaat echt, vestigt zich niet blijvend op het eiland.
Tot slot met veel plezier ook dit jaar weer de prachtige natuur ingegaan om te observeren en vast te leggen voor verder onderzoek. Iedereen bedankt voor het aanleveren van zijn of haar waarnemingen door het inleveren van de kaarten.
Uitprinten |
Laatste wijziging 26 oktober 2011 |
Vorige pagina |
Home